Artikeldatabank

Of het wandelparadijs nu echt in Nieuw-Zeeland ligt, laten we in het midden. Maar ongerepte kusten, regenwoud, vulkanen, bergen en gletsjers: het land lijkt wel IJsland, de Alpen en Madeira tegelijk. Wandelen heet hier niet ‘walking’ of ‘hiking’, maar 'tramping’. Van onze vier meerdaagse wandeltochten behoren er drie tot de ‘Eight Great Walks’.

Sommigen denken bij Tirol aan groene heuvels en dalen, anderen aan Heidi’s in ‘lederhosen’. Maar hoog boven de boomgrens kan je dagenlang genieten van besneeuwde toppen en gletsjers langs de Stubaier Höhenweg.

Weinig wandelbestemmingen bieden op een relatief kleine oppervlakte zo’n onwaarschijnlijke variatie aan berglandschappen als het Nieuw-Zeelandse Zuidereiland: actieve vulkanen, onontgonnen gematigd regenwoud, diepe fjorden, kurkdroge steppelandschappen en verwilderde rivieren die het smeltwater afvoeren uit het alpiene hooggebergte. Bovendien is er een erg goed uitgebouwd netwerk aan wandelroutes en een ronduit uniek huttensysteem. Jammer dat het land zo hopeloos ver weg ligt…

Voor alle duidelijkheid: we hebben het in de titel niet over sneeuw, wel over zout. Aan de basis van de nieuwe SalzAlpenSteig, een gezamenlijk Duits-Oostenrijks wandelproject, liggen een aantal eeuwenoude zoutroutes. Ooit was zout van levensbelang voor het bewaren van voedsel, vandaag kunnen wij ons nog moeilijk voorstellen hoe kostbaar dit witte goedje vroeger was.